In het kader van het BioImage project werden tussen 2008 en 2009 5.716 asymptomatische Amerikaanse volwassenen (gemiddelde leeftijd 69 jaar, 57% vrouwen) onderzocht met behulp van twee beeldvormingstechnieken. Vasculaire echografie om atherosclerotische plaques in de halsslagaders te meten en computertomografie om verkalking in de kransslagaders te beoordelen.
Alle deelnemers werden gevolgd voor sterfte door alle oorzaken, het primaire eindpunt van het onderzoek, en tijdens de mediane 12,4 jaar follow-up overleden 901 (16%). De carotisplaques last en de mate van coronaire verkalking gemeten aan het begin van het onderzoek waren beide geassocieerd met een verhoogd risico op overlijden door welke oorzaak dan ook, met respectievelijke HR’s (95% CI) van 1,23 (1,16-1,32) en 1,15 (1,08-1,23) p<0,001 in beide gevallen.
In een subset van 732 deelnemers werd meer dan acht jaar na het eerste onderzoek een tweede vasculair echografisch onderzoek uitgevoerd en de mediane progressie van carotis arteriosclerose (29 -> 93 mm3) werd onafhankelijk geassocieerd met een verhoogde all-cause mortaliteit, d.w.z. met een absolute ∆ van 10 mm3 HR 1,03 (1,01-1,04) p=0,001.
Er moet worden opgemerkt dat deze resultaten, gepubliceerd in het Journal of the American College of Cardiology en gratis beschikbaar, na aanpassing voor traditionele risicofactoren, mogelijke behandelingen en initiële meetniveaus zijn, wat dus leidt tot de conclusie dat vroege detectie van subklinische atherosclerose en het monitoren van de progressie ervan elementen zijn voor het verbeteren van de voorspelling en preventie van overlijden, ongeacht de oorzaak.
