Duurzaam zijn er dagen waarop niets goed gaat.

In mijn ochtend persoverzicht ontdekte ik dat de wereldwijde prevalentie van aandachtstekortstoornis met of zonder hyperactiviteit (ADHD) bij volwassenen rond de 3,1% ligt.

Dit cijfer krijgt zijn volle betekenis als je beseft dat we het hebben over ongeveer 180 miljoen mensen wereldwijd, en als je het vergelijkt met de geschatte prevalentie van andere psychische stoornissen waar veel meer over gesproken wordt, zoals bipolaire stoornissen en angststoornissen (posttraumatisch syndroom, obsessieve-compulsieve stoornissen, gegeneraliseerde angst, paniekaanvallen), maar waarvan de geschatte prevalentie lager is (ongeveer 1 tot 2%).

Het persbericht dat mijn aandacht trok wijst op een aantal factoren die kunnen bijdragen aan het feit dat de diagnose bij volwassenen vaak wordt uitgesteld, waarvan de belangrijkste het idee is dat dit een stoornis is die wordt geassocieerd met de kindertijd en adolescentie.

Bovendien zijn diagnostische instrumenten voornamelijk gebaseerd op het hyperactieve fenotype, dat lang niet het meest voorkomende fenotype is, ook niet bij kinderen, en daarom leidt het tot een verkeerd begrip van de stoornis, wat resulteert in het voortbestaan ervan op volwassen leeftijd (overheersing van het onoplettende fenotype, net als bij kinderen) en de verkeerde diagnose van angst of depressie. Volgens dit persbericht is slapeloosheid een frequent verschijnsel dat de aandacht zou moeten trekken, omdat het de neiging heeft om de andere verschijnselen te verergeren. De impact van ADHD bij volwassenen is zodanig dat zelfmoord overwogen kan worden (risico 3 keer hoger dan in de algemene bevolking).

Maar toen, in de namiddag, kreeg ik een ander even verontrustend bericht onder mijn aandacht.

Deze keer was het een artikel waaruit blijkt dat de aanwezigheid van ADHD bij volwassenen geassocieerd is met een significant hoger risico op dementie, zelfs nadat rekening is gehouden met en gecorrigeerd voor andere risicofactoren voor dementie, met name cardiovasculaire, aangepaste HR 2,77 (95% CI 2,11-3,63).

Deze gegevens zijn afkomstig van een prospectief onderzoek onder bijna 110.000 personen geboren tussen 1933 en 1952, die op 1 januari 2003 in het cohort werden opgenomen (in de leeftijd van 51 tot 70 jaar), geen diagnose ADHD of dementie kregen en werden gevolgd tot 28 februari 2020.

Het enige goede nieuws is dat bij proefpersonen die psychostimulantia kregen de correlatie niet langer werd gevonden, wat suggereert dat behandeling met dit type therapie het traject van cognitieve achteruitgang zou kunnen veranderen en zo het risico op dementie zou kunnen verminderen.

Hoe dan ook, het hebben van betrouwbare diagnostische instrumenten die geschikt zijn voor volwassenheid zou al een grote stap in de goede richting zijn voor een effectieve behandeling.

Jean-Claude Lemaire

Jean-Claude Lemaire

Lees zijn biografie

Misschien bent u ook geĂŻnteresseerd in deze inhoud:

Welkom!

Log hieronder in

Create New Account!

Fill the forms below to register

*By registering into our website, you agree to the Terms & Conditions and Privacy Policy.

Retrieve your password

Please enter your username or email address to reset your password.

Maak uw account aan!

Vul onderstaand formulier in om uw account aan te maken

Heeft u al een account? Login