Iedereen weet dat het voorschrijven van een antibioticakuur om een virale infectie te bestrijden geen zin heeft. Maar omdat de virale aard van de infectie klinisch niet altijd gemakkelijk te vermoeden is, is men geneigd (soms? / vaak?) een soort <b>voorzorgsprincipe </b>toe te passen<b>, </b>vooral bij mensen die kwetsbaar zijn en/of als risicogroep worden beschouwd. In het specifieke geval van griep is het overheersende idee dat dit ten minste het voordeel heeft dat <b>het risico op een secundaire bacteriële infectie wordt verminderd</b>. Een vals goed idee, zegt een Amerikaans team in <b>The Journal of Clinical Investigation </b>Ter ondersteuning van hun beweringen werd een experiment uitgevoerd op <b>muizen die besmet waren met het influenzavirus</b>, gevolgd door een tweede infectie met een staphylococcus aureus die resistent is tegen verschillende antibiotica waaronder methicilline (<b>MRSA</b>), een veel voorkomende oorzaak van secundaire longontsteking. De ene groep muizen met influenza+ had vóór de infectie met MRSA de juiste antibioticatherapie gekregen en de andere groep niet (controlegroep). Muizen die werden behandeld met antibiotica hadden hogere niveaus van MRSA in hun longen, grotere longlaesies en hogere niveaus van immuuncellen (macrofagen en eosinofielen). Al deze bevindingen suggereren dat, in het geval van een griepinfectie<b>, antibioticatherapie </b>niet alleen <b>het herstel niet bevordert</b>, maar zelfs de <b>pogingen </b>van het lichaam <b>om de bacterie te elimineren belemmert</b>. Toegegeven, de muizen waren geen mensen, maar de onderzoekers rapporteerden ook dat het gebruik van antibiotica bij grieppatiënten geassocieerd werd met hoge niveaus van eosinofielen, langere ziekenhuisopnames en manifestaties van systemische ontsteking. Alle <a href="https://www.jci.org/articles/view/180986" target="_blank" rel="noopener">details hier</a>.