<p style="font-weight: 400;">In de aanloop naar de feestdagen heeft de kerstman zijn zak gevuld met een Nieuw-Zeelands onderzoek dat juist deze kwestie onder de loep neemt.</p> <p style="font-weight: 400;">Omdat de meeste richtlijnen adviseren om <strong>de hypo-uremische behandeling met allopurinol te </strong>beginnen met lage doses en deze dan langzaam te verhogen, heeft een team <a href="https://ard.bmj.com/content/82/12/1626" target="_blank" rel="noopener">een gerandomiseerde, gecontroleerde, dubbelblinde, niet-inferioriteitsstudie opgezet</a> met 200 jicht patiënten die een behandeling met <strong>allopurinol </strong>begonnen met <strong>colchicine profylaxe </strong>(0,5 mg/d) of <strong>placebo voor een </strong>periode van 6 maanden.</p> <p style="font-weight: 400;">De initiële dosis allopurinol was respectievelijk 100 of 50 mg/d, met maandelijkse verhogingen van 100 mg of 50 mg totdat een <strong>urinezuur niveau van <6 mg/dl </strong>was bereikt, afhankelijk van of de proefpersonen een geschatte glomerulaire filtratiesnelheid (eGFR uitgedrukt in ml/min/1,73 m<sup>2</sup> ) ≥ 60 of tussen 30 en 60 hadden.</p> <p style="font-weight: 400;">Na 6 maanden was het aantal jichtaanvallen in de colchicinearm gemiddeld 0,35/maand versus 0,61/maand in de placebo-arm. Echter, gedurende de volgende 6 maanden (na het stoppen met colchicine en placebo) was het aantal aanvallen hoger in de colchicine-arm dan in de placebo-arm, wat resulteerde in <strong>vergelijkbare aantallen aanvallen in de twee armen over de gehele 12 maanden.</strong></p> <p style="font-weight: 400;">Het aantal <strong>ernstige bijwerkingen was </strong>hoger in de colchicine-arm (11 vs. 3), dus de meest logische houding lijkt af te zien van colchicine profylaxe als allopurinol wordt gestart met een lage dosis en langzaam wordt aangepast.</p>