De ziekte van Parkinson staat vooral bekend om haar motorische symptomen (tremor, stijfheid, traagheid, onwillekeurige bewegingen), maar gaat ook gepaard met <b>psycho-affectieve symptomen </b>met aanzienlijke sociale gevolgen. Dit geldt met name voor apathie, die vaak niet als zodanig wordt herkend en voor depressie wordt aangezien. Dit is des te schadelijker wanneer <b>antidepressiva </b>worden voorgeschreven, vooral selectieve serotonineheropnameremmers, waarvan wordt vermoed dat ze apathie versterken. Deze vermoedens worden sterk ondersteund door een onderzoek dat werd uitgevoerd door een team in Florida bij 400 proefpersonen met de ziekte van Parkinson. De analyses laten zien dat 26% van de proefpersonen die <b>selectieve serotonineheropnameremmers gebruikten een hogere apathie score </b>hadden dan degenen die andere antidepressiva kregen of helemaal geen. De onderzoekers concludeerden dat er bij proefpersonen met de ziekte van Parkinson rekening moet worden gehouden met apathie bij het <b>kiezen van een antidepressivum </b>en suggereerden dat het vervangen van een selectieve serotonineheropnameremmer door een ander antidepressivum misschien geen slecht idee is en apathie mogelijk kan verminderen. Niet alles wat logisch lijkt, is per se waar, dus het is de moeite waard om het te controleren. Dit werk is gepubliceerd in het <a href="https://journals.sagepub.com/doi/10.1177/08919887241254471" target="_blank" rel="noopener">Journal of Geriatric Psychiatry and Neurology</a>.