Een artikel uit <a href="https://theconversation.com/why-do-we-yawn-when-we-see-someone-else-yawn-239762" target="_blank" rel="noopener">The Conversation</a> is gewijd aan deze twee vragen, waarop nog steeds <b>geen universeel aanvaarde antwoorden zijn.</b> Wat wel duidelijk is, is dat een beroep op empathie, sociale interactie en spiegelneuronen om 'besmetting' te verklaren een zeer plausibele benadering is. Er is ook gesuggereerd dat personen met sociale stoornissen (autisme, schizofrenie) <b>minder ontvankelijk </b>lijken voor het geeuwen van anderen (minder synchronisatie). Maar zo eenvoudig is het niet: <a href="https://www.tandfonline.com/doi/full/10.1080/17470919.2024.2379917" target="_blank" rel="noopener">een recent onderzoek </a>toont aan dat personen met autismespectrumstoornissen perfect in staat zijn om het gedrag van anderen te reproduceren, waarbij het gebrek aan synchronisatie meer te maken heeft met een <b>verandering in sociale interacties </b>waarvoor zowel neurotypische als neuro-atypische personen verantwoordelijk zijn. Wat het, zoals vermeld in <a href="https://nouvelles.umontreal.ca/en/article/2024/09/30/it-takes-two-to-tango-an-interpersonal-perspective-on-autism/" target="_blank" rel="noopener">het academische persbericht</a>, mogelijk maakt om <b>autisme te herdefiniëren vanuit een relationeel oogpunt.</b> Uitstekende lectuur!