Bij urine-incontinentie wordt meestal een urodynamisch onderzoek voorgeschreven om de betrokken afwijkingen beter te kunnen identificeren en de meest geschikte manier te kunnen voorstellen om ze te verhelpen. De bedoeling is prijzenswaardig, maar dragen de resultaten van de reeks onderzoeken en tests waarbij het urine volume, de urinestroom en de urine druk worden geanalyseerd ook bij aan betere resultaten?
Niet volgens de resultaten van het gerandomiseerde FUTURE-onderzoek waaraan 1.099 vrouwen deelnamen die leden aan overactieve blaas of urine-incontinentie en die niet hadden gereageerd op conventionele eerstelijnsbehandeling.
Volgens de resultaten die werden gepresenteerd op het 2025 Congres van de European Association of Urology (Madrid, 21-24 maart), vergroot een urodynamische work-up, toegevoegd aan een volledige klinische beoordeling (gedetailleerde ondervraging, diepgaand klinisch onderzoek, blaasdagboek, hoest test, ECBU en zoeken naar blaasresidu) het succes van de voorgestelde behandeling niet.
Het enige voordeel van de urodynamische beoordeling is een heroriëntatie van de diagnose, waardoor een meer geschikte behandeling kan worden aangeboden.
De volledige resultaten zijn beschikbaar in het artikel in The Lancet.
