Dansen spreekt tegelijkertijd meerdere cognitieve en fysieke domeinen aan. Deze vaststelling leidde tot het idee dat dansen, naast de duidelijke motorische voordelen, misschien ook zou kunnen bijdragen tot het behoud of de verbetering van de cognitieve functies.
Een Canadees team heeft deze hypothese getest bij 43 personen met de ziekte van Parkinson, die zowel motorische symptomen als cognitieve stoornissen vertoonden en deelnamen aan een specifiek dansprogramma, en bij 28 personen met de ziekte van Parkinson die een zittend leven leidden (geen regelmatige fysieke activiteiten).
De resultaten zijn vrij toegankelijk en gratis te raadplegen op zijn interessant omdat ze aantonen dat regelmatige deelname aan danslessen gepaard gaat met een stabilisatie en soms zelfs een verbetering van de cognitieve functies over een periode van zes jaar, terwijl in de sedentaire controlegroep geen verbetering of een lichte achteruitgang wordt waargenomen.
Volgens Simran Rooprai, eerste auteur van het artikel dat is gepubliceerd in het Journal of Alzheimer’s Disease, kunnen deze resultaten worden verklaard door het feit dat “dansen veel verschillende delen van de hersenen aanspreekt. Als je danst, luister je naar muziek, leer je nieuwe passen, onthoud je verschillende sequenties en ga je interactie aan met andere dansers, waardoor je aandachtig bent voor je omgeving. “Dansen is tegelijkertijd een fysieke, mentale en sociale prestatie“.







