Een gerandomiseerde, gecontroleerde, dubbelblinde studie in Canada (McMaster University) omvatte 29 proefpersonen met een klinische diagnose van <b>prikkelbare darmsyndroom </b>(IBS) die aangaven zich beter te voelen dankzij een glutenvrij dieet Deze proefpersonen kregen achtereenvolgens en in willekeurige volgorde <b>graanrepen met gluten, volkorenmeel of geen van beide ingrediënten</b>. Na elke blootstelling rapporteerden de deelnemers hun symptomen en werden ontlastingsmonsters geanalyseerd om de gluteninname objectief te meten. De onderzoekers melden in <b>The Lancet Gastroenterology & Hepatology </b>dat veel mensen met IBS die denken allergisch te zijn voor gluten, niet meer symptomen hebben wanneer ze gluten consumeren dan wanneer ze dat niet doen: het aantal mensen dat <b>meer uitgesproken symptomen van hun IBS </b>ervoer, was vergelijkbaar bij de drie soorten graanrepen. Deze <a href="https://linkinghub.elsevier.com/retrieve/pii/S2468125325000901" target="_blank" rel="noopener">resultaten</a> suggereren dus dat het meer de verwachtingen en overtuigingen zijn dan de ingrediënten zelf die aan de basis kunnen liggen van de ervaren symptomen en die het eetgedrag bepalen Met andere woorden, niet alle proefpersonen die denken dat ze allergisch zijn voor gluten, zijn dat ook echt, maar het simpele feit dat ze dat geloven, is voldoende om symptomen te veroorzaken en <b>de consumptie van glutenhoudende voedingsmiddelen te vermijden</b>. Uit ontlastinganalyses bleek dat slechts een derde van de deelnemers de graanrepen daadwerkelijk volgens het aangegeven protocol had geconsumeerd, wat erop wijst dat sommigen ze niet hadden ingenomen om de symptomen te vermijden. Opgemerkt moet worden dat toen de deelnemers aan het einde van de proef werden geïnformeerd over het type repen dat de gastro-intestinale symptomen veroorzaakte, de meesten vasthielden aan hun overtuiging en hun <b>dieet </b>niet aanpasten. Geconcludeerd wordt dat sommige patiënten met IBS naast voedingsadvies zeker baat zouden hebben bij psychologische ondersteuning en gepersonaliseerde zorg om gluten/volkorenmeel te destigmatiseren en deze ingrediënten opnieuw in het dieet op te nemen. Dat is zeker waar, maar hoe kunnen we ze in de klinische praktijk herkennen?