Een studie die in het Verenigd Koninkrijk is uitgevoerd en gepresenteerd tijdens het jaarlijkse congres van de European Association for the Study of Diabetes (EASD 2025, Wenen, Oostenrijk, 15-19 september) levert waardevolle informatie op over een tot nu toe weinig onderzocht gebied.
Het onderzoek (M Anson et al. Abstract 1181) richtte zich op het risico van het gebruik van HST (transdermaal of oraal) op cardiovasculair (longembolie, diepe veneuze trombose (DVT), ischemische hartziekte, ischemische beroerte) en oncologisch (oestrogeenafhankelijke kanker: borst, eierstokken en endometrium).
Er werden drie afzonderlijke cohorten van meer dan 8.300 vrouwen (gemiddelde leeftijd 60 jaar, 75% blank, gemiddelde follow-up van 4 tot 5 jaar) samengesteld op basis van gegevens uit de elektronische medische dossiers van de TriNetX-database (Europa en VS). Alle resultaten worden uitgedrukt in HR [95% BI] p
Cohort 1: Het gebruik van transdermale HST door vrouwen met DT2 gaat gepaard met een verhoogd risico op DVT (1,90 [1,35-2,68] 0,002), ischemische hartziekte (1,77 [1,52-2,05] < 0,001) en ischemische beroerte (1,89 [1,46-2,47] < 0,001) in vergelijking met vrouwen zonder DT2 die de therapie gebruiken. Geen verschil met betrekking tot de andere criteria.
Cohort 2: Vrouwen met DT2 die transdermale HST gebruiken, hebben een verminderd risico op ischemische hartziekte (0,75 [0,67-0,86] < 0,001) in vergelijking met niet-gebruikers. Geen verschil met betrekking tot de andere criteria.
Cohort 3: Bij vrouwen met DT2 gaat het gebruik van orale HST gepaard met een verhoogd risico op ischemische hartziekte (1,21 [1,06-1,38] 0,004) en longembolie (2,01 [1,37-2,96] < 0,001) in vergelijking met het gebruik van transdermale HST. Geen verschil met betrekking tot de andere criteria.
Conclusie
Geen signalen met betrekking tot oestrogeenafhankelijke kankers.
Het cardiovasculaire risico dat in cohort 1 werd waargenomen, houdt verband met diabetes.
Bij vrouwen met DT2 biedt transdermale HST bescherming voor het hart, verhoogt het geen van de andere geëvalueerde criteria en blijkt het een veiligere behandeling te zijn dan orale HST.
Met alle gebruikelijke beperkingen van dit soort analyses (die door de auteurs naar behoren worden vermeld), is dit vrij goed nieuws en nuttige informatie voor de praktijk.